Nicole van Goethem (1941-2000) is tekenkunstenaar, cartoonist en animator. In 1987 wint ze met haar debuutfilm Een Griekse Tragedie de eerste en enige Belgische Oscar. van Goethem tekent in de jaren zeventig en tachtig mee aan verscheidene animatiefilmproducties voor ze zelf drie korte animatiefilms maakt: Een Griekse Tragedie (1985), Vol van Gratie (1987) en L.A.T. (postuum uitgebracht in 2002). Met Een Griekse Tragedie (1985) valt ze in de prijzen en maakt ze naam in binnen- en buitenland. Ze werkt in opdracht en voorziet tal van boeken, tijdschriften en reclamecampagnes van maatschappijkritische maar vaak humoristische illustraties. Nicole van Goethem heeft een voorkeur voor initiatieven opgezet vanuit een humanistisch gedachtengoed en verkend thema’s en kwesties zoals mensenrechten, het pensioenstelsel en de rol van de vrouw in de samenleving.
"ik beschouw mezelf niet als artieste [...] ik heb handige handen" (Nicole van Goethem in gesprek met Anna Luyten, 1999)
Nicole van Goethem (1941-2000) is een Antwerpse grafica en animatiefilmmaakster die in 1987 met haar debuutfilm Een Griekse Tragedie de eerste en enige Belgische Oscar won. Van Goethem werkte in de jaren ’70 en ’80 mee aan verscheidene animatiefilmproducties voor ze zelf drie korte animatiefilms maakte: Een Griekse Tragedie (1985), Vol van Gratie (1987) en L.A.T. (postuum, 2002). Met haar eerste auteursfilm viel ze in de prijzen en maakte ze naam in binnen- en buitenland. De Antwerpse werkte ook in opdracht en voorzag tal van boeken, tijdschriften en reclamecampagnes van illustraties. Daarnaast maakte Van Goethem eveneens korte animatie-reclamefilmpjes in opdracht van verschillende organisaties. Ze had een voorkeur voor humanitaire en maatschappelijke initiatieven en gaf blijk van interesse in feministische aangelegenheden.
Nicole van Goethem werd geboren op 31 mei 1941 en groeide op in Antwerpen. Als kind zat ze op school in Les filles de Marie van de zusters Paridaens in de Sint-Jozefstraat, een gerenommeerde Franstalige meisjesschool waar ‘klein Nicoleke’ sterk uit de toon viel. Ze zei zelf een stoute leerlinge te zijn geweest die vaak naar huis werd gestuurd. Een van de zusters gaf haar moeder de raad om haar gewoon te laten tekenen. Deze raad werd opgevolgd: Op de middelbare school studeerde Van Goethem sierkunsten aan het Technisch Instituut Sint-Maria in Antwerpen, waar ze eerste werd in een door de school georganiseerde tekenwedstrijd. Na haar middelbareschooltijd besloot ze dwarsfluit te studeren aan het Conservatorium van Antwerpen en trad ze op als lid van het barok-ensemble Consortium Antiquum. Omstreeks deze periode volgde ze ook avondcursussen aan de Koninklijke Academie van Schone Kunsten Antwerpen en werd ze een koppel met Rudi Renson. In 1965, na haar hogere opleiding, reisde Van Goethem een jaar lang door Spanje en Marokko. Na deze reis belandde ze in het nachtleven en werkte ze meerdere jaren in Antwerpse bars. Tijdens deze periode tekende Van Goethem zes jaar lang niet.
In 1971 besloot Van Goethem om haar artistieke ambities na te streven. Samen met haar vriend Rudi Renson maakte ze tekeningen, posters en zeefdrukken om te verkopen. Naar eigen zeggen verdiende ze vanaf haar dertigste haar brood met tekenen. Er zijn echter geen projecten uit deze periode bekend. In 1971 hield ze voor het eerst een Foire Internationale de la Broche, een tentoonstelling van uit hout gesculpteerde figuurtjes (broches) die ze samen met een vriendin maakte. Verschillende van deze figuurtjes lagen aan de basis van personages uit haar latere films. Vanaf ca. 1974 tot 1978 werkte Nicole van Goethem als grafica voor het feministische vrouwenblad Mimo. In deze periode ontwierp ze ook voor het eerst affiches voor nationale vrouwendag in opdracht van de feministische groep VOK (Vrouwen Overleg Komitee). Dit zou ze tot in de jaren ’90 jaarlijks doen. Haar inzet voor vrouwenorganisaties bezorgde haar in 1979 de prijs voor vrouwencartoons.
In de jaren ’70 en vroege jaren ‘80 werkte Van Goethem mee aan verscheidene animatiefilms en -reeksen. Omstreeks 1974 werkte ze gedurende twee jaar in Parijs als inkleurster voor de succesvolle animatiefilm Tarzoon, Shame of the Jungle (1975) van Picha, een Belgische cartoonist en animatiefilmmaker die Van Goethem enkele jaren eerder had leren kennen tijdens een ‘concours’ in Brussel. De samenwerking betekende voor Van Goethem de eerste aanraking met het medium animatiefilm. Zelf zei ze dat de samenwerking met Picha een fantastische ervaring was die een grote invloed uitoefende op haar. Zowel Van Goethems voorkeur voor komische en soms seksueel getinte onderwerpen (Vol van Gratie) als de vormgeving van de figuren doen denken aan Picha’s werk. In 1977 werkte Nicole van Goethem opnieuw voor Picha, ditmaal voor de animatiefilm The Missing Link. Tijdens deze periode woonde ze in Brussel. In de late jaren ’70 en vroege jaren ’80 werkte Van Goethem nog enkele malen als medewerker van animatiefilmmakers. Zo werkte ze mee aan verscheidene animatiefilms van Tony Cuthbert in Londen en aan een onuitgezonden pilootaflevering van de Belgisch-Amerikaanse animatiereeks The Snorks (1982) door productiehuis Dupuis voor NBC. Ook aan de animatiefilm Jan zonder vrees (1984) van Jef Cassiers, de eerste Vlaamse lange animatiefilm, verleende ze haar medewerking.
In de periode dat Van Goethem meewerkte aan Picha’s The Missing Link besloot ze voor het eerst zelf filmscenario’s te schrijven. De drie scenario’s die aan de basis liggen van haar drie auteursfilms (Een Griekse Tragedie, Vol van Gratie en L.A.T.) kwamen dus al in 1977 tot stand. Het zou enkele jaren duren voor Nicole verder werkte aan deze scenario’s. Tussen 1977 en 1980 werkte Van Goethem namelijk noodgedwongen terug in het Antwerpse nachtleven om aan de kost te komen. Rond 1980 kon ze door een ongeval een tijdlang niet werken. Tijdens die periode werkte ze op aanraden van vrienden verder aan het scenario van Een Griekse Tragedie, waarna ze het in 1980 ter goedkeuring voorlegde bij de filmcommissie.
Vanaf midden 1983 begon Nicole van Goethem aan de uitwerking van Een Griekse Tragedie, de eerste korte animatiefilm van haar trilogie. Gedurende anderhalf jaar werkten ze met ongeveer twaalf personen, waaronder haar nicht, Rudi Renson en Jan Sanctorum, in haar Ercola-atelier in de Wolstraat door aan de film. In totaal werden voor Een Griekse Tragedie 2500 cello’s gebruikt. De zes minuten en tien seconden tellende animatiefilm over drie kariatiden die zichzelf bevrijden van hun eeuwigdurende taak om een tempel te ondersteunen, werd in januari 1985 voltooid. Van Goethems debuutfilm werd meteen geselecteerd voor het Filmfestival van Annecy in Frankrijk, een van de belangrijkste animatiefilmfestivals ter wereld. Op het festival won Van Goethem de Grand Prix en de Prijs van het Publiek. Deze prijzen waren de eerste in een lange rij. In 1985 won ze namelijk ook nog de Belgische Staatsprijs en de eerste prijs op het filmfestival van Brussel. Een jaar later ontving ze een Gouden Aar in het Spaanse Valladolid en in 1987 de Sabam-prijs voor de film.
In februari 1987 werd Een Griekse Tragedie genomineerd voor de Oscars of Academy Awards, de hoogste onderscheiding in de filmwereld. Op 30 maart werd de Academy Award voor ‘Best Short Animation’ van 1986 in het Dorothy Chandler Pavilion uitgereikt aan Linda Van Tulden en Willem Thijssen, de producenten van Een Griekse Tragedie. De overwinning was volkomen onverwacht. Van Goethem werd op 30 maart 1987 de eerste en voorlopig enige Belgische Oscarwinnaar, waarmee de tot dan toe onbekende Nicole van Goethem plots bekendheid verwierf in binnen- en buitenland. In de periode na de Oscars verloor ze veel vrienden en kampte ze met een depressie. Ze had het ook moeilijk met de aandacht van de pers. Niet lang na de Oscaruitreiking maakte ze duidelijk dat haar overwinning niet veel voor haar betekende en dat het haar leven niet had veranderd of verbeterd: “En Oscar of geen Oscar, Nicoleke staat met haar verdriet nog steeds alleen op de wereld en zal morgen, even goed als vroeger, straatarm blijven hokken in een luizige flat.” Later veranderde haar mening ten opzichte van haar Oscarwinst. In latere interviews gaf ze aan trots te zijn op haar Oscar. Ze benadrukte bovendien dat de Oscarwinst haar erg veel opdrachten had opgeleverd en dat ze er gemakkelijker subsidies door had gekregen.
De positieve invloed van de verschillende prijzen waarmee Van Goethem in de periode 1985-1987 werd overladen blijkt uit de verscheidenheid aan opdrachten die ze vanaf die periode binnenhaalde. Zo voorzag ze vanaf 1986 de illustraties van het boek Onze Sociale Zekerheid (1989) van toenmalig UIA-rector Josse Van Steenberge. Deze opdracht was de eerste van vele samenwerkingen tussen Van Goethem en Van Steenberge. Naast boekillustraties maakte ze in de late jaren tachtig ook illustraties in opdracht van De Morgen. Ze werkte in deze periode niet enkel als illustrator, maar werkte ook aan enkele filmprojecten zoals Human Rights Article 13, The Spectator (1986 tot ca. 1990), een filmpje in opdracht van de Volksverzekering (DVV) en het onvoltooide Castagnetten.
De Oscar en de andere prijzen die Van Goethem won leverden haar niet enkel heel wat opdrachten op, maar waren bovendien de aanleiding voor een solotentoonstelling. Van 12 december 1987 tot 7 februari 1988 liep Nicole van Goethems eerste tentoonstelling Nicole van Goethem – Drawing the Film in het M HKA Antwerpen. Ze was de eerste Belgische vrouw die een solotentoonstelling kreeg in het museum. De tentoonstelling Drawing the Film werd nadien ook getoond in de Cinémathèque Québecoise in Montréal, in andere Belgische instellingen (Ado Gallery Antwerpen en Cultureel Centrum Genk) en in het cultureel centrum de Brakke Grond in Amsterdam. Naar aanleiding van deze tentoonstellingen kregen ook de eerste publicaties over Van Goethem en haar oeuvre vorm. Voor Drawing the Film werd een gelijknamige catalogus gemaakt en voor de tentoonstelling in het Cultureel Centrum Genk verscheen een boekje genaamd Storyboard. Nicole van Goethem, of hoe belandt een oscar in oud-Antwerpen?.
Na haar Oscarwinst vermeldde Van Goethem een aantal keer dat ze een animatiereeks voor kinderen wilde maken. Deze werd voor zover geweten nooit gerealiseerd. Van Goethem voltooide in 1987 wel haar tweede auteursfilm Vol van Gratie. Aan deze kortfilm over nonnen die in een seksshop ‘kaarsen’ kopen, kwamen maar liefst 6000 cello’s te pas. De scenario’s van deze film werden net als die van Een Griekse Tragedie reeds geschreven in 1977. Vol van Gratie vond Van Goethem zelf beter dan Een Griekse Tragedie en de decors waren naar eigen zeggen heel wat indrukwekkender. Desondanks kende haar tweede film lang niet zoveel succes als de eerste. Zelf zei ze dat eenzelfde animatiefilmmaker zelden twee keer na elkaar in de prijzen valt. Ze vermeldde ook dat het onderwerp van Vol van Gratie door sommigen als aanstootgevend werd beschouwd.
In de laatste tien jaar van haar leven was Van Goethem voornamelijk actief als grafica en animatiefilmmaakster in opdracht. Van Goethem illustreerde verschillende boeken. Deze waren meestal gerelateerd aan maatschappelijke thema’s. Ze illustreerde onder meer boeken van de Vlaamse politica Leona Detiège (Omzien naar morgen: pensioengids voor de zelfstandige en Dame op rust: pensioengids voor de vrouw) en UIA-rector Josse van Steenberge (Grenzen ver-werken en Sociale Zekerheid getekend). Hiernaast werkte ze in opdracht van verscheidene tijdschriften, zoals het literaire tijschrift De Brakke Hond, het tijdschrift voor Ruimtelijke Ordening en Stedebouw (TROS) en de vrouwenbladen Elga (1990-1992) en Feeling (1992-1993). In 1994 maakte ze illustraties voor de campagne Ik flik? Bangelijk! van de Antwerpse politie. Tot slot ontwierp ze ook nieuwjaars- en kerstkaarten, affiches en brochures in opdracht van onder meer de UIA, Kinepolis en Electrabel en een kalender in opdracht van de Vooruitziende Socialistische Vrouwen (1996).
Van Goethem maakte hiernaast ook animatiefilmpjes in opdracht, zoals de film Marilyn voor het Internationaal Filmfestival Vlaanderen (1991). Later maakte ze nog een animatiefilmpje in opdracht van het Overlegcentrum voor Integratie van Vluchtelingen (OCIV) en Trash in opdracht van Kinepolis. Doorheen het laatste decennium van haar leven werkte ze tot slot ook aan haar derde en laatste auteursfilm L.A.T. of Living Apart Together, waarvan het scenario reeds van 1977 dateerde. Voor deze film wilde ze voor het eerst gebruik maken van 3D-effecten en gesproken tekst. Aan L.A.T. werkte ze uiteindelijk (meer dan) tien jaar. Een mogelijke verklaring voor de lange periode die het maken van haar laatste auteursfilm in beslag nam en de lange tijd tussen het vervaardigen van L.A.T. en de twee voorgaande films, is het feit dat ze het laatste decennium van haar leven bijna constant opdrachten kreeg. In een interview in 1988 gaf ze bovendien aan dat ze faalangst had voor haar derde film. Hierdoor stelde ze de voltooiing ervan mogelijk uit.
Op het moment dat L.A.T. bijna voltooid was, stierf Nicole van Goethem onverwachts in Antwerpen op 3 maart 2000. Ze was op dat moment 58 jaar oud. Twee jaar na haar dood werd de uiteindelijk zeven minuten en dertig seconden tellende animatiefilm afgewerkt door Rudi Renson, waarna de film werd getoond op het filmfestival van Annecy. Na haar dood verscheen het boek Getekend. Nicole Van Goethem en in 2003 en 2006 werden postuum de twee laatste solotentoonstellingen van Van Goethem georganiseerd. In het Elzenveld in Antwerpen vond de tentoonstelling Nicole van Goethem, het ANDER werk plaats en in Indian Caps Antwerpen werd Nicole van Goethem 1941-2000 Animatiefilms & Grafisch werk georganiseerd. Hierna werden tot heden geen tentoonstellingen of publicaties meer gewijd aan de Antwerpse grafica en animatiefilmmaakster. In 2020, twintig jaar na haar dood, wordt de ondergewaardeerde kunstenares voor het eerst in jaren opnieuw in de verf gezet met een tentoonstelling in het M HKA Antwerpen, waar destijds haar eerste solotentoonstelling plaatsvond.
(Anthe Heyninck)